Leiding geven aan jezelf (met liefde)
In mijn vorige blog introduceerde ik de functie van ‘afdelingshart’. Dat is meer dan een woordgrapje. De belangrijkste eigenschappen van een goede leidinggevende associeer ik met het hart.
Leiding geven is zorgen dat samenwerking goed verloopt, dat mensen tot hun recht komen en de dingen doen waar ze goed in zijn. Leiding geven is aandacht geven en stimuleren. Vertrouwen schenken. Aanvoelen waar en wanneer er iets hapert. Processen stroomlijnen. Mensen zelfstandig hun eigen ding laten doen. Ruimte geven. Slechts optreden wanneer het nodig is. Vanaf de zijlijn toekijken. Niet dwars door het veld lopen en mensen voor de voeten lopen. Jezelf niet te belangrijk maken. Een praatpaal zijn. Verbinding faciliteren. Toejuichen en complimenten geven zodat mensen nog meer uit zichzelf halen. Stimuleren. Supporter en coach tegelijk zijn. En af en toe scheidsrechter.
Deze verbindende kwaliteiten zitten eerder in het hart dan in het hoofd.
Wat heeft dit met een APK en vitaliteit te maken, de dingen waar ik voor sta?
We zijn allemaal leiders. We leiden ons eigen leven, dus we geven leiding aan onszelf. Iedereen stuurt zichzelf aan. Hoe doe je dat? Hoe voel je je onder je eigen regie? Voel je je blij, energiek en gezond onder die aansturing? Word je gestimuleerd, krijg je vertrouwen? Mag alles er zijn? Of lijd je onder regels en verwachtingen? Stel je zulke hoge eisen aan jezelf dat je geen ademruimte meer hebt? Misschien denk je dat je alleen op een bepaalde manier goed bent en moet je te veel.
Regels komen zelden bij je hart vandaan. Je hebt ze opgepikt uit je omgeving, je opvoeding, de media, via je collega’s. Je hebt ze goed onthouden en geïnternaliseerd. Je hoofd is je enige ‘onderdeel’ dat meer met de buitenwereld bezig is dan met jou zelf. Je hoofd is heel goed in staat om vanaf de buitenkant naar jou te kijken in plaats van aan de binnenkant te onderzoeken wat je nodig hebt en wie je bent. Je lichaam communiceert voortdurend wat zijn behoeften zijn, laat je voelen wat jij wilt, waar je blij van wordt of waar een (emotionele) wond zit die aandacht nodig heeft. Je hoofd is in staat om dat te negeren. Je hoofd kan taken en verplichtingen belangrijker vinden – ook als dat ten koste gaat van jezelf. Het effect kan zijn dat je ze daardoor op de langere termijn niet meer kunt uitvoeren.
Ik gun iedereen aansturing vanuit het hart – door de leidinggevende van buiten en door die van binnen. Als je jezelf aanstuurt vanuit je hart is je interne samenwerking optimaal. Je ‘team’ van lichaam, ziel, hoofd en buik communiceert met elkaar. Alles mag doen waar het goed in is. Je hart zal de rest niet zijn wil opleggen. Je hart accepteert je zoals je bent. Het zal liefdevol reageren op je fouten en tegelijkertijd stimuleren om door te gaan, terwijl je hoofd je misschien afkraakt en je kracht ondermijnt. Je hart kan je lichaam rust gunnen terwijl je hoofd je volle agenda benadrukt. Je hart kan je toejuichen om je missie te volgen en risico te nemen terwijl je hoofd naar je bankrekening kijkt en voor veiligheid kiest. Je hart vertrouwt je intuïtieve ingevingen, ondanks dat je hoofd ze niet wetenschappelijk kan onderbouwen. Je hart kent non-verbale informatie net zo veel waarde toe als woorden. Je hoofd is verstandig. Het denkt te weten wat je voelt en luistert niet. Je hart verwelkomt wat je voelt, is hartelijk en ruimhartig. Je denken kan snel een stoorzender voor je levenslust, enthousiasme en vitaliteit zijn. Als je jezelf leiding geeft vanuit je hart, heeft dat waarschijnlijk een positief effect op je vitaliteit. Je komt tot bloei. Dat bevordert je gezondheid.
Liefde is de hoogste trilling. Liefde maakt gelukkig. Liefde doet ontspannen. Liefde brengt gezondheid. Liefde maakt je hoofd helder. Je hoofd komt dan ook tot zijn recht en kan optimaal zijn ding doen. Terwijl het andersom niet altijd het zelfde is. Want je hoofd is de Einzelgänger en je hart is de teamplayer.