top of page

Het effect van willen en moeten op je vitaliteit


Woorden hebben invloed op je leven. In ieder woord trillen ervaringen en associaties mee. Achter woorden kan een hele wereld schuil gaan. Woorden hebben geschiedenis, door persoonlijke verhalen en historische context.

Ik vind het belangrijk om me bewust te zijn van de woorden die gebruik. Zelfs woorden hebben een non-verbaal effect. Woorden roepen gevoelens op, activeren herinneringen, geven een signaal. Ook zo’n klein dagelijks woordje als moeten.

Hoe vaak gebruik ik moeten wel niet? Hoe vaak gebruik ik het automatisch, zonder me te realiseren wat ik zeg? Soms zijn het al mijn eerste gedachten op een dag: “Ik moet nu echt mijn bed uit. Ik moet opstaan. Ik moet dit of dat doen.” Het klinkt niet onaardig. Het klinkt heel gewoon. Het ís ook gewoon. Maar wel ondoordacht.

Als ik die woorden tot me door laat dringen, dan vertel ik mezelf meteen dat het mijn dag niet is. Ik heb de regie al uit handen gegeven voordat de dag begonnen is. Ik zou mezelf er ook aan kunnen herinneren dat het leuk is wat ik ga doen, dat ik zin heb in de dag die net begonnen is. Ik moet helemaal niet, ik heb zelf gekozen! Als ik even de moeite neem om door te schakelen naar mijn eigen motivatie voor de dingen van de komende dag, voel ik me vrolijk en bedenk ik dat ik graag op wil staan. De dag krijgt een heel andere kleur door het verschil tussen moeten en willen.

Ik hoef het woord moeten niet eens (in gedachten) uit te spreken om het effect al te voelen. Ik kan bijvoorbeeld opstaan met een gevoel dat bij moeten hoort. Een herinnering aan andere dagen die ik begon met weerstand en een zucht. Het woord is niet door mijn gedachten gegaan, maar mijn lichaam is wel in die stand wakker geworden.

Mijn lichaam herinnert zich de gevoelens die ik vaak heb gehad. Die gevoelens zijn verbonden met gedachten die ik vaak heb gedacht. Ze zitten aan elkaar geklonken. De gedachten roepen de gevoelens op of vice versa. Ze zijn een setje geworden. Ze hebben patronen in mijn leven gevormd. Ze hebben mijn houding gekleurd. Kennelijk moest ik veel. Eerst van anderen. Dat ging ik keurig internaliseren en vervolgens moest het van mezelf.

Het positieve van moeten is dat het me in beweging brengt. Moeten zet druk op de ketel en is een stok achter de deur. Moeten zorgt ervoor dat ik zonder dralen tot actie overga. Op de korte termijn maakt het me effectief en efficiënt. Het zorgt ervoor dat ik niet ga dubben en twijfelen. Ik ruim geen tijd in om te voelen of ik wel wil. Dat heb ik dan al eerder besloten. Of het is voor mij besloten.

Soms is moeten net het zetje wat ik nodig had en ben ik achteraf heel blij dat ik het gedaan heb. Dan bleek het leuk. Moeten en leuk kan heel goed samen gaan.

Maar vaak constateer ik achteraf dat ik weliswaar fysiek ergens aanwezig was geweest, maar ik was er niet helemáál. Ik had er niet echt voor gekozen om er te zijn. Ik was er kennelijk niet vrij-willig. Anders had ik wel gezegd “ik wil nu sporten”, “ik heb zin in mijn werkdag”. Mijn neiging is dan om te doen wat ik heb afgesproken, mijn taak te volbrengen, maar me ondertussen af te sluiten voor mijn gevoelens. Het lijkt makkelijker om geen contact te houden met het feedbacksysteem van mijn lichaam. Makkelijker om er maar half te zijn, mijn plicht te vervullen zonder echte betrokkenheid.

Op de langere termijn verdwijnt mijn efficiëntie bij veelvuldig gebruik van moeten. Als ik veel doe waarbij moeten de sturende kracht is, dan ga ik het gewoon vinden om zelf buitenspel te staan. Ik functioneer op de automatische piloot. Ik vergeet dat ik iets te willen heb. Als ik uit plichtsgevoel iets doe, ben ik in reactie. De impulsen komen niet uit mij voort. Ze komen van buiten op me af. Ondertussen sijpelt langzamerhand mijn levenslust weg. Ik voel minder enthousiasme.

Enthousiasme is trouwens een interessant woord. Het stamt af van: in God zijn. In goddelijke vervoering zijn. Heel veel motivatie hebben. Vol geestdrift. Goddelijke inspiratie voelen. Dat moet wel samengaan met vitaliteit.

Enthousiasme is energie. Levenslust is energie. Ze verwijzen naar onuitputtelijke bronnen. Burn-out en bore-out gaan ook over energie, maar nu is de energie opgebrand. Er is geen brandstof meer beschikbaar. De energie heeft zich tegen de persoon zelf gericht in de vorm van ondermijnende gedachten, zelfkritiek en te weinig gezonde zelfzorg. De bron wordt niet meer aangevuld.

Hart en ziel

Woorden zijn belangrijk. We hebben niet voor niets de uitdrukking ‘werken met hart en ziel’. Daarin klinkt die God van het enthousiasme een beetje door. Ik word zelf heel blij als ik mijn hart en ziel mee laat doen, als er ruimte is voor de hele mens. Niet alleen de handen die het zware werk doen, of het denkhoofd dat op volle toeren draait.

Als ik met hart en ziel werk, krijg ik voeding door mijn eigen missie. Ik werk in een flow. Ik word er niet moe van, want er is innerlijk niets wat tegenstribbelt. Het is mijn lust en mijn leven.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • LinkedIn Social Icon
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page