top of page

Dé weg naar burn-out (en eruit)


Gelukkig heb ik nooit een burn-out gehad, maar ik ben wel op de weg ernaartoe geweest. Lange tijd voelde ik me zoals de mensen in het filmpje dat ik in mijn vorige blog postte: in innerlijk conflict. (Filmpje niet gezien? Nog even kijken! Heel interessant: ‘Most people are sheep’ ). Ik deed dingen omdat ik dacht dat ze van me verwacht werden. Ik paste me aan en dat verweet mezelf. Ik verloor mijn vitaliteit en ging me steeds doffer voelen.

Als kind kreeg ik veel complimenten. “O, jij bent zo’n makkelijk kind. Jij kan je zo goed aanpassen”. Mijn moeder klonk heel blij als ze dat zei, dus ik concludeerde dat het een ideale eigenschap van mij was. Pas later begreep ik dat het vooral ideaal voor mijn ouders was - niet zo zeer voor mij. Ik kreeg er last van. Ik kwam er niet los van. Ik voelde geen vrije keus. Mijn automatische piloot was om goed op te letten, mijn omgeving goed te scannen en me daarin te voegen. Ik heb een extra zintuig voor wat ergens de regels zijn, voor wat de norm is. Ik heb een instinct voor veiligheid. Vaak is het veilig om net zo te zijn/ doen als de anderen. Tenminste – zo leek het.

Weer later begreep ik dat het aanpassen gekoppeld was aan een positieve eigenschap. Ik ben sensitief. Ik voel aan. Ik vang signalen op. Ik wéét wat er speelt, ook als het niet wordt uitgesproken. Het is mooi, maar vaak ook heel vermoeiend. Ik was altijd twee aandachtsvelden aan het combineren. De inhoud enerzijds. Alle non-verbale signalen anderzijds: gedrag, de energie om iemand heen, de stemming. Ik was druk met het combineren van die informatie. Hoe is iemand echt? Wat denkt hij echt? Dat ik op twee niveaus tegelijk kan luisteren maakte me een goede voorzitter, teambuilder en oplosser van conflicten.

Misschien was het dus positief om me aan te kunnen passen. Maar het voelde niet goed. Het overkwam me telkens weer. Ik voelde me niet veilig bij het alternatief: me afstemmen op mezelf. Wat wil ik? Wat raakt me? Wat voel ik? Wat vind ik belangrijk?

Die vragen kon ik wel beantwoorden, maar ik durfde die antwoorden niet serieus te nemen. Niet op het werk. Zo hoorde het toch niet? Naar je gevoelens luisteren is toch zweverig? Oude overtuigingen zaten me in de weg. Ik had het idee opgevat dat kennis, visie, intellect, strategie en analyse belangrijker zijn dan wat ik voel. Voor die kwaliteiten had ik jarenlang getraind tijdens opvoeding, scholing en studies. Die had ik met moeite verworven. Dat moest wel meer waarde hebben dan wat ik gratis en voor niets met mijn geboorte had meegekregen. Dus ik forceerde me dagelijks om ‘professioneel’ mijn gevoelens te negeren. Ik ging er automatisch vanuit dat anderen (die meer wisten natuurlijk) gelijk hadden. Zo moest ik me dus gedragen.

Ondertussen denk ik dat het idee om je minimaal acht uur per dag zakelijk af te sluiten voor gevoelens net zo onzinnig is als het collectief opstaan bij die piep (zie het filmpje). Vrijwel iedereen doet het. Niemand weet waar de gewoonte is ontstaan. Zo hoort het op de werkvloer. Dat heet zakelijk en doelgericht.

Zo lopen we onszelf voorbij. Zo raakt een groot deel van ons overspannen. Hoe kunnen we onze grenzen bewaken als we niet voelen waar die zijn?

Wij mensen hebben een innerlijk feedbacksysteem, zoals iedere auto een dashboard heeft.

Mijn innerlijk kompas omvat mijn hart, mijn intuïtie en mijn lichaam. De informatie is afkomstig van mijn zintuigen, gevoelens en emoties. Mijn spieren, mijn organen, mijn huid, mijn temperatuur, mijn ademhaling – mijn lichaam reageert op alles om mij heen. Ik krijg kramp of buikpijn, ik ga trillen, zweten. Of ik ontspan, voel me relaxt, op mijn gemak, licht. Mijn hart maakt een sprongetje of mijn schouders zakken. Ik zucht, frons of voel vermoeidheid opkomen. Het zijn indicaties dat iets mij energie geeft of juist energie kost. Het zijn indicaties of ik op de juiste weg ben. Het zijn richtingaanwijzers. Mijn gevoelens vormen mijn kompas.

Met mijn kompas in handen heb ik keuze. Ik kan me nog steeds aanpassen.Dat doe ik alleen als ik daarvoor kies. Eerst check ik via mijn innerlijk kompas wat mijn beslissing wordt. Ik hoef mezelf niet meer te verliezen. Nu ik keuze heb, voel ik vrijheid. Daarmee is mijn vitaliteit weer terug.

‘Use it or you lose it’ is een Engelse zegswijze. Iedereen heeft een innerlijk kompas. De meesten van ons hebben niet geleerd om met hun kompas om te gaan. Ze kennen de gebruiksaanwijzing niet. Het heeft oefening nodig om er goed mee overweg te kunnen. In de APK voor ambtenaren deel ik graag mijn kennis over het kompas: lichaamswijsheid, vitaliteit en energiebehoud.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • LinkedIn Social Icon
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page